Op dinsdag 24 februari organiseerden het UFC en de forensische sectie van de Vlaamse Vereniging voor Psychiatrie een avondlezing over BDSM in Vlaanderen. Jantien Seeuws werd uitgenodigd om haar kwalitatief onderzoek naar het Vlaamse BDSM milieu toe te lichten. Hieronder kan u een verslag lezen van de avond.

Introductie door prof. Kris Goethals, directeur UFC

BDSM ofwel Bondage & discipline (B&D), Dominantie en submissie (D&S), Sadisme en masochisme (S&M);  wordt in de DSM-5 beschouwd als zowel een stoornis gebaseerd op preferenties voor afwijkende activiteiten als op preferenties voor afwijkende subjecten/objecten. In tegenstelling tot de andere parafilieën is BDSM de enige waarbij een noemenswaardig aantal vrouwen aan deelnemen. Ongeveer 5% van de masochisten zijn namelijk vrouwen. In de ICD-10 wordt sadomasochisme gedefinieerd als een voorkeur voor seksuele activiteiten die gepaard gaan met het toebrengen of ontvangen van pijn, vernedering of bondage. 

De relatie tussen BDSM en seksueel delinquentie is echter niet duidelijk. Een belangrijke regel binnen BDSM is dat er sprake moet zijn van wederzijdse toestemming voor het lichamelijk lijden. Deze instemming is echter niet geldig indien er geen sprake is van significante gebruikswaarde, maar enkel voor lust; de lichamelijke schade het doel is zoals bij SM; en indien de activiteiten in de verborgenheid worden uitgeoefend.

Personen die werkzaam zijn in de hulpverlening zijn vaak wel bekend met deze theoretische achtergrond. In de praktijk daarentegen, is men vaak onwetend.

BDSMKrisenzaal

 

De spreker: Jantien Seeuws

Jantien Seeuws studeerde af als Master in de Klinische Psychologie met een exploratieve kwalitatieve studie over bdsm in Vlaanderen, aan de Vakgroep Psychoanalyse en Raadplegingpsychologie van de UGent. Sinds 2012 werkt ze als projectmedewerker bij Gerechtelijk Opgelegde Hulp in het CAW Noord-West-Vlaanderen, waar ze mensen begeleidt die in aanraking gekomen zijn met Justitie. Verder is ze lid van de Belgische Federatie van Psychologen, de Vlaamse Vereniging voor Klinisch Psychologen en de Psychologencommissie.

Tijdens haar avondlezing ‘Meer dan vijftig tinten – BDSM in Vlaanderen’ probeert ze om aan hulpverleners uit de Geestelijke Gezondheidszorg een accuraat beeld te schetsen van wat BDSM nu juist is. Ze hoopt hiermee de misvattingen die alom over BDSM heersen over boord te kunnen gooien en de mogelijkheid te creëren om BDSM in de hulpverlening meer bespreekbaar te maken.

 

BDSMJantienenzaal

 

De lezing

BDSM is alomtegenwoordig. Niet enkel “Fifty Shades of Grey” speelt hierop in, maar ook modemerken waaronder Suit Supply, drankdistributeurs, de muziekwereld, artiesten zoals Rihanna, Rammstein en Lady Gaga, en de hele film- en boekenindustrie maken er graag gebruik van om hun producten aan de man te brengen. “Slaat iedereen nu aan het BDSM’en?” is een vraag die hierdoor regelmatig gesteld wordt. Het antwoord op deze vraag is eigenlijk zeer eenvoudig “Neen”. Het is niet zo dat er door de hele “Fifty Shades” hype een nieuwe generatie BDSM’ers zal ontstaan. Sommige mensen zullen wel nieuwsgierig zijn en geprikkeld raken om het zelf ook eens te proberen, maar het zal zeker niet bij iedereen aanslaan. Je kan dit het beste vergelijken met seksuele geaardheid. Velen zullen ermee experimenteren uit nieuwsgierigheid, maar enkel diegenen die het al in zich hadden, zullen hierdoor hun ‘ware geaardheid’ ontdekken. Voor anderen zal het eerder bij enkele experimentjes blijven. 

Vanwaar nu de interesse om een thesis te schrijven over BDSM? De aanleiding hiertoe was de erkenningaanvraag van studentenvereniging ‘Kajira’ in 2011 en de mediastorm die hiermee gepaard ging. Het opzet van Kajira bestond er voornamelijk uit om gelijkgestemden met elkaar in contact te brengen en hun leden (en anderen) correct te informeren met betrekking tot BDSM. Niet enkel vanuit de media, maar ook vanuit de maatschappij kwamen verscheidene negatieve reacties. Jantien, die op dat moment studeerde aan de UGent en werkte voor het studentenblad ‘Schamper’, speelde hierop in met een artikel “Kletsen in het Citadelpark”. Wanneer twee jaar later de studentenvereniging erkend werd, deed dit nog meer stof oplaaien bij de bevolking. Wat volgde was een massa aan online reacties waaruit bleek dat de vergelijking met het eventueel goedkeuren van pedofilie niet ver weg was.

“Hoe kan men nu respect verwachten als dergelijke rottigheid allemaal gesteund wordt?
Volgende stap: erkenning voor studenten die het graag met dieren doen?”

“Hoeveel zieke geesten lopen er eigenlijk rond? En die dat erkennen, die moeten zich ook eens laten nakijken. Het is gewoon smeerlapperij.”

“Misschien ook pedofilie erkennen…?”

BDSM bleek dus, zelfs in deze moderne tijden, nog steeds een zeer groot taboe te zijn in Vlaanderen. Dit alles deed bij Jantien de intentie opwekken om zich te verdiepen in de Vlaamse BDSM-scene om, niet alleen aan hulpverleners, maar ook aan de rest van de maatschappij een accuraat beeld te verschaffen van wat BDSM precies inhoudt. In functie hiervan deed ze 2,5 jaar aan onderzoek naar de BDSM-wereld wat resulteerde in haar masterproef “Meer dan vijftig tinten. Een exploratieve studie naar BDSM in Vlaanderen”.

Wie denkt dat BDSM een nieuw fenomeen van de afgelopen jaren is, heeft het mis. De combinatie van genot en pijn is immers eeuwenoud en leefde reeds in het Oude Egypte en bij de Grieken. Vanaf de 18e E zien we wel dat BDSM floreert. Zo was de introductie van het begrip ‘sadisme’ door Marquis De Sade in zijn boek “120 dagen van Sodom” (1785). Bijna 100 jaar later (1870) raakte men voor de eerste keer bekend met de term ‘masochisme’ dankzij Von Sacher-Masoch in “Venus im Pelz”. Ook de samenvoeging van beide termen tot ‘sadomasochisme’ door Von Krafft-Ebing in “Psychopathia Sexualis” (1886) was niet ver weg. Als gevolg gingen ook de dames van plezier zich specialiseren in het domineren van welwillende onderdanige mannen. Tijdens de 20e E werden dan de eerste onderzoeken uitgevoerd door Kinsey, 1953; Levin, 1971; Weinberg, Williams & Moser, 1984 naar de ‘Inductie van pijn als aanvaardbare manier om extra seksuele prikkels te veroorzaken in conventionele seksuele verhouding’. Zelfs de meest bekende psychoanalyticus, Sigmund Freud, incorporeerde het samengaan van genot en pijn reeds in zijn theorieën. Ook aan ‘vanilla-seks’ komen soms immers elementen van pijn te pas zoals bijten, krabben, kletsen, aan de haren trekken, … In 1954 volgde dan de eerste BDSM-roman “Histoire d’O” van Pauline Réage (pseudoniem van Anne Desclos) die in 2013 werd heruitgegeven als antwoord op “Fifty Shades of Grey”, en die trouwens veel beter aanleunt bij de ware betekenis van BDSM.

Ondanks deze alomtegenwoordigheid is BDSM nog steeds miskend. Onder de BDSM’ers zelf en onder personen  die wel correct geïnformeerd zijn over het thema heersen vooral positieve attitudes. Deze vallen helaas in het niets naast de vele, overheersende, negatieve attitudes die hun invloed vinden in onder meer moraliteit en religie; feminisme; de media; het categoriale systeem van diagnosticeren; en ook in de verwarring met de forensische populatie. Zeker het diagnosticeren van ‘gezonde BDSM’ers’ brengt enkele gevaren met zich mee. Het grootste gevaar dat ermee gepaard gaat, is het grote stigma dat er rond heerst. Mensen verloren hun job, het hoederecht over hun kinderen, werden slachtoffer van discriminatie. Andere liefhebbers werden omwille van deze levensstijl zelfs opgesloten of geïnterneerd. Het is onder andere om deze redenen dat het Expertisecentrum Forensische Psychiatrie aanraadt om voorzichtig om te springen met de diagnose op basis van de DSM criteria. Wismeijer en Van Assen (2013) kwamen reeds tot de conclusie dat BDSM geen uitdrukking is van een onderliggende psychopathologie en daarom moet verdwijnen uit de DSM.

Wie zijn nu eigenlijk de BDSM’ers waar iedereen het toch steeds over heeft? Diegenen die op deze vraag een spectaculair antwoord verwachten, worden (helaas) teleurgesteld. Elke BDSM’er is immers iemands familielid, partner, buur, collega, vriend(in), … en beoefent al evenmin een zinnenprikkelend beroep, deze variëren namelijk van elektricien, kapper tot advocaat of psycholoog. De rollen die ze zichzelf toeschrijven zijn onderdanige, dominant, switch, fetisjist, sadomasochist, en koppels die BDSM 24/7 beleven. Deze rolverdeling staat volledig los van zowel geslacht als geaardheid.

“Gardez-vous de comprendre” zoals Lacan al zei, of voor ons beter bekend als “Niets is wat het lijkt”. Buitenstaanders zijn nogal geneigd om in vakjes te denken wanneer het om BDSM gaat. Iemand die geslagen wordt, moet volgens hen wel de onderdanige zijn, terwijl het in de praktijk even goed om een masochist of een dominant met masochistische verlangens kan gaan. Hetzelfde geld voor een man op hoge hakken. Dit is niet per definitie een transgender, maar kan ook een fetisjist, een onderdanige met fetisj of met een opdracht, als een dominant met een fetisj zijn. Niets is zwart-wit in de wereld van de BDSM, maar dit betekent niet dat er geen regels aan verbonden zijn. RVVV wijst naar vier essentiële peilers binnen het verenigingsleven, namelijk respect, vrijwilligheid, veiligheid en verantwoordelijkheid. Deze worden gegarandeerd door anonimiteit, het aanbieden van workshops en de aanwezigheid van een dungeon master of monitor. Ook binnen deze wereld speelt status een grote rol en deze kan voornamelijk bereikt worden door zich aan de vier peilers te houden. Verder spelen ook ervaring, echtheid en uniekheid hierin een rol.

Niet enkel over BDSM, maar ook binnen de BDSM-wereld heersen verschillende taboes. Iedereen beleeft zijn BDSM-relatie op zijn manier. Toch worden bepaalde zaken, zoals een dominant die op een BDSM-feestje zelf om zijn drinken gaat, als vreemd ervaren. Ook fetisjisten zijn zelfs binnen deze wereld buitenbeentjes. Ook het aannemen van de rol als ‘switch’ wordt niet altijd goed aanvaard.

BDSMzaal

Waarom doet nu iemand aan BDSM? Zoals vele zaken binnen de hulpverlening wordt ook het nature vs. nurture debat bij aangebracht. Sommige BDSM’ers maken zelf de link met een eventuele component. Zij zien BDSM als wie ze zijn, het zit in hun bloed, in hun genen. Anderen beschouwen het eerder als een levensstijl. Zoals eerder reeds vermeld werd, zal de invloed van de hype sinds “Fifty Shades of Grey” eerder beperkt blijven. Mensen die het niet in zich hebben, zullen niet snel geneigd om plots BDSM’er te worden. Ongeveer 10% van de deelnemers rapporteerde misbruik of verwaarlozing in de kindertijd. Dit kan in hun BDSM-relatie op verschillende manieren tot uiting komen. Een aantal mensen linken deze traumatische gebeurtenissen of langdurige moeilijke situaties aan het ontstaan van hun BDSM-gevoelens. Deze passief-actief omkering lijkt voor sommigen wel bevrijdend te werken. Bij anderen gebeurt net het omgekeerde waardoor ze opnieuw in diezelfde passieve rol kruipen als toen ze kind waren. Nog anderen zien geen rechtstreeks verband met een traumatische gebeurtenis, maar zijn van mening dat het wel een trigger kan geweest zijn. Hulpverleners stellen zich ook vaak de vraag of er mogelijks een link bestaat tussen BDSM en psychische problemen. Zowat de helft van de deelnemers rapporteert reeds ervaring te hebben met hulpverlening. Ook hierbij bestaan er verschillende redenen waarvoor deze mensen in aanraking zijn gekomen met hulpverlening. Hun aanmeldingsvragen staan vaak los van hun BDSM-voorkeur, maar deze voorkeur kan anderzijds juist een bron van psychisch lijden zijn. Het lijden heeft bij deze personen voornamelijk betrekking tot de ontdekking en aanvaarding van hun verlangens; bezorgdheid rond compulsiviteit en habituatie (zullen steeds extremere vormen vereist zijn om aan de verlangens te voldoen?); en de afkeuring van deze verlangens door de omgeving. Voor anderen is BDSM dan weer net een manier om met psychische moeilijkheden om te gaan. Om een lang verhaal kort te maken lijkt het wetenschappelijk kunnen aanwijzen van dé oorzaak waarom iemand van BDSM houdt voorlopig een utopie.

Velen beschouwen hun BDSM-verlangens eerder als een deel van zichzelf, van wie ze zijn als persoon in plaats van als een keuze. Voor 65% voelt het zelfs aan als een seksuele geaardheid. Of iemand dit al dan niet als een geaardheid beschouwt is onafhankelijk van de rol die men aanneemt en de intensiteit van de BDSM. Ook waar men zich situeert op het continuüm, gaande van kinky seks tot een 24/7 lifestyle, staat hier los van.

Fetisjisme lijkt ook vaak samen te gaan met bepaalde rollen binnen BDSM. Toch blijkt er een groot verschil te zijn tussen een fetisj hebben en een fetisjist zijn. van de respondenten gaf immers 50% aan een fetisj te hebben, maar slechts 2 personen beschouwden zichzelf als een fetisjist. Een voorbeeld om de link tussen een fetisj en BDSM-rol te verduidelijken, is de volgende: hoge laarzen doen een meesteres nog groter, vrouwelijker en meer onbereikbaar lijken voor de onderdanige. Wanneer ze die laarzen gebruikt om in het kader van CBT op het geslachtsdeel te gaan staan, wordt het machtsverschil extra benadrukt. En neen, het gaat hierbij niet om Cognitive Behavioral Therapy, maar om “Cock and Ball Torture”. Ondanks dat fetisjisme soms een deel uitmaakt van BDSM, blijven vooral de uitzonderlijke fetisjen ook daar taboe.

Uiteraard zijn er aan BDSM verscheidene keerzijden verbonden. Het meest gekende risico is waarschijnlijk de kans op lichamelijk en geestelijk trauma. Deze gaat vaak hand in hand met een onwetendheid en onbegrip van buitenstaanders. Daarnaast zijn er nog de juridische en sociale risico’s. BDSM wordt in België immers nog steeds gezien al ‘slagen en verwondingen’, aangezien je niet kan toestemmen met geweld op jezelf. De lichte vormen van ‘slaapkamer SM’ worden vaak geduld, vanuit het grondrecht op privacy dat de seksuele vrijheid en autonomie beschermt, zoals dat door het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en het Europees Hof vorm wordt gegeven. Maar dit grondrecht is geen absoluut recht, wat inhoudt dat de Belgische overheid het aan strikte voorwerpen mag onderwerpen waardoor men toch nog strafrechtelijk vervolgd kan worden. Zo verdedigde men het vonnis van de SM-rechter door onder meer te stellen dat Koen Aurousseau en vrienden geen rekening hielden met de gangbare regels binnen de BDSM-scene door overmatig alcoholgebruik en het niet respecteren van de onderdanige haar “genade”, terwijl het koppel zei dat dit niet hun stopwoord was. Hierdoor werd de rechter in 1997 toch veroordeeld. Wat in functie van deze risico’s voornamelijk van belang is, is het bespreekbaar maken van BDSM, maar bespreekbaar maken impliceert dat er ook effectief over gesproken moet worden. De vraag blijft of BDSM’end Vlaanderen daar momenteel meer bij te winnen heeft dan te verliezen.

Uit deze hoeveelheid aan informatie over BDSM kunnen we enkele belangrijke conclusies trekken. Ondanks het beeld dat in de films en boeken worden neergezet, is BDSM zoveel meer dan vijftig tinten, het is veel gevarieerder dan dat. En het wordt door de meeste BDSM gezien als een geaardheid en levensstijl in plaats van als keuze zoals anderen vaak denken. Voor buitenstaanders is dit vaak moeilijke te aanvaarden en zien ze voornamelijk heel wat perverse trekjes in hun interacties, dit terwijl er maar weinig evidentie is om te kunnen besluiten dat BDSM’ers doorgaans pervers zijn. Voor vele beoefenaars vormt het een verrijking van hun leven. Desondanks wordt het anno 2015 nog steeds door justitie bestraft en gepathologiseerd, wat niet echt bijdraagt tot het bespreekbaar maken van dit thema. BDSM wordt dus nog vaak geassocieerd met geweldpleging en ziektebeelden terwijl de beoefenaars dit zelf helemaal zo niet beleven. Het hierbij van groot belang dat hulpverleners die diagnoses toekennen voldoende het onderscheid kunnen maken tussen beiden. Last but not least, is er een grote nood aan meer onderzoek. Een mogelijkheid is het exploreren van de perceptie van buitenstaanders en in het bijzonder van hulpverleners aangezien zij hier een actievere rol in kunnen spelen. Daarnaast lijkt het interessant om na te gaan of er in andere culturen ook sprake kan zijn van BDSM en hoe zij dit beleven.

 

Deelnemersevaluatie

De organisatoren zijn aangenaam verrast met de overweldigende opkomst. Er namen een 120’tal mensen deel aan deze avondlezing. 78 deelnemers vulden achteraf een online evaluatieformulier in. Hieruit bleek dat de overgrote meerderheid van de deelnemers de lezing zeer geslaagd vonden, zowel qua inhoud (94% beoordeelde met ‘goed’ of ‘zeer goed’) als presentatie (98% zei ‘goed’ of ‘zeer goed’). Sommige deelnemers vonden de presentatie wat te lang om ononderbroken te aanhoren, en hadden liever een pauze gehad in het midden van de lezing. De aangekondigde ruimte voor inhoudelijke discussie was, gezien het onverwacht grote aantal deelnemers, beperkter dan vooraf voorzien. Vele deelnemers merkten op dat dit onderzoek, dat kaderde in de Masterproef van Jantien, zeer uitgebreid en diepgaand is. De belangrijkste opmerkingen die de deelnemers verder nog noteerden waren: dat er nog meer aandacht mocht zijn voor de link met seksueel (grensoverschrijdend) gedrag en de grens met pathologie.

Qua organisatie waren de deelnemers die meewerkten aan de evaluatie ook erg tevreden. De inschrijvingen via de VVP en de lokale ontvangst door UFC verliepen vlot.  en ook de receptie achteraf werd door alle deelnemers geapprecieerd. 

We kunnen dus terugkijken op een zeer geslaagde en boeiende avond. Het UFC wenst Jantien Seeuws en het secretariaat van de VVP te bedanken voor de interessante lezing en de fijne samenwerking.

Graag tot een volgende keer!