ASO Dr. Thomas Pattyn stond in de Journal Club van januari stil bij de implicaties van de uitspraak ten aanzien van patiënten dat seksuele aantrekking ten aanzien van kinderen onveranderlijk. Het besproken onderzoek omvat suggesties rond de invloed van zulke uitspraken op de mate van zelfeffictiviteit van patiënten: een concept dat van belang blijkt in het kader van gedragsverandering.

 

 

Why Information Matters: Examining the Consequences of Suggesting That Pedophilia Is Immutable

 

Tozdan, S., Kalt, A., Dekker, A., Keller, L.B., Thiel, S., Müller, J.L., & Briken, P. (2016). Why Information Matters: Examining the Consequences of Suggesting That Pedophilia Is Immutable. International Journal of Offender Therapy and Comparative Criminology, 1–21. Link naar abstract van het artikel


Studieconcept
Deze cross-sectionele studie wou onderzoeken of het gevoel van zelfeffectiviteit omtrent seksuele interesse naar kinderen (SSIC) beïnvloed kon worden. Zelfeffectiviteit is een belangrijk concept in vele psychotherapeutische begeleidingen maar is weinig tot geen onderzoek naar specifieke zelfeffectiviteit omtrent SSIC.

Opzet van de studie
Alle participanten werden gerecruteerd via ambulante therapeutische centra in Duitsland en Zwitserland of via een Duitse internet-platformsite gemaakt voor en door mensen met SSIC waarbij de voornaamste boodschap is dat handelen naar deze seksuele interesse uit den boze is. De participanten werden verdeeld in drie subgroepen: een forensische groep van personen die veroordeeld en in ambulante therapie waren voor pedofilie, een niet-forensische groep die niet veroordeeld waren maar wel in ambulante therapie waren voor pedofilie en een groep participanten die gerecruteerd werden via deze internet-platformsite. De interventie hield het lezen van een tekst in waarbij de ene helft te lezen krijgt dat “een meerderheid van de experten van mening is dat SSIC beïnvloedbaar is” en de andere helft krijgt de tegenovergestelde boodschap te lezen. Verschillen in de twee interventiegroepen en tussen de subgroepen werden bekeken aan de hand van een vragenlijst met 6 vragen met een 5-punt likertschaal die peilt naar de ideeën en houdingen rond zelfeffectiviteit omtrent SSIC.

Belangrijkste resultaten
Er bleek geen verschil te zijn in zelfeffectiviteit omtrent SSIC over de interventiegroepen heen. De interventie van het geven van informatie omtrent de mogelijke veranderbaarheid van SSIC had dus geen effect over de hele groep.
Daarnaast was er wel een verschil te merken bij de analyses met de subgroepen waarbij de participanten van de niet-forensische subgroep (niet veroordeeld, wel in behandeling) die te lezen hadden gekregen dat SSIC een beïnvloedbaar concept is, een hogere mate van zelfeffectiviteit vertoonde ten opzichte van de participanten uit dezelfde niet-forensische groep die de tegenovergestelde boodschap te horen hadden gekregen. Dit effect was niet terug te vinden in de forensisch en in de internet subgroep.

Besluit van de studie
De resultaten tonen aan dat het gevoel van zelfeffectiviteit omtrent SSIC beïnvloedbaar is, losstaand van de discussie of SSIC zelf veranderbaar zou kunnen zijn. Gezien dit alleen in een bepaalde subgroep terug te vinden was is het aangeraden om geen brede, vage uitspraken omtrent mogelijke veranderbaarheid van SSIC te doen zolang de wetenschappelijke visie hieromtrent meer duidelijk is. Deze uitspraken kunnen wel degelijk een effect hebben op het zelfeffectiviteitsgevoel van de patiënt, in positieve of negatieve zin.

Opmerkingen bij de studie
Hoewel methodologisch deze studie een goede opzet heeft, blijft de beperkte samplegrootte van 93 personen van belang, zeker gezien de meeste resultaten zich bevinden in de subgroep analyses waarbij de groepen dus nog kleiner zijn. Er is ook een grote kans op selectiebias gezien de recrutage voornamelijk in forensische centra plaatsvond en daarnaast is er ook weinig geweten over de validiteit van de vragenlijst (meet het datgene dat we willen weten?). De interventie zelf beschouwen we als “low-impact” gezien er slechts een tekst van enkele paragraven werd gebruikt zonder cijfermateriaal of beeldmateriaal wat het effect veelal zou vergroten.

Deze studie biedt geen antwoorden of SSIC zelf een veranderbaar concept is maar toont wel de mogelijkheid aan dat zelfeffectiviteit hieromtrent dat wel is. Dit is van belang gezien zelfeffectiviteit een belangrijk gegeven is in vele psychotherapeutische begeleidingen.