Op woensdag 3 november om 16uur verdedigt Tineke Dilliën (psychologe UFC) haar doctoraat in de medische wetenschappen, met als promotoren prof. K. Goethals (UFC) en prof. B. Sabbe (Universiteit Antwerpen). Graag willen we jullie uitnodigen om aanwezig te zijn op deze openbare doctoraatsverdediging en de aansluitende receptie.

invitation

Het ontrafelen van de neuropsychologische grondslagen van de gedragsregulatieproblemen van daders van seksueel kindermisbruik: Een gebrekkig vermogen tot bekrachtigingsleren en affectherkenning

Woensdag 3 november 2021 – 16:00

Deelname mogelijk mits Covid certificaat of online (registratie in beide gevallen noodzakelijk)

REGISTREER HIER

Locatie:

Universiteit Antwerpen - Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen

Campus Drie Eiken, Gebouw Q, promotiezaal

Universiteitsplein 1

2610 Wilrijk

ABSTRACT

Daders van seksueel kindermisbruik worden gekenmerkt door problemen in het reguleren van hun gedrag. Deze gedragsregulatieproblemen worden in verband gebracht met het ontstaan en het voortbestaan van hun delictgedrag. In overeenstemming hiermee, is het vergroten van gedragsregulatie een zeer belangrijke doelstelling in de behandeling van daders van seksueel kindermisbruik. Tot op heden zijn de gedragsregulatieproblemen en de mechanismen die aan de grondslag liggen van deze problemen echter onvoldoende begrepen. Dit maakt het moeilijk om gerichte behandelingsstrategieën te ontwikkelen om gedragsregulatie te verhogen. Dit proefschrift heeft daarom tot doel onze kennis over de mechanismen die aan de grondslag liggen van de gedragsregulatie moeilijkheden te vergroten. Hierbij baseerden we ons op de ideeën van Ward en collega’s die aanraadden om de factoren die bijdragen tot seksueel delictgedrag te begrijpen in termen van neuropsychologische constructen en processen. Deze aanbeveling berust op de veronderstelling dat neuropsychologisch functioneren aan de grondslag ligt van alle menselijk gedrag en sluit aan bij de recente trend in de psychiatrie en de psychologie om inzichten uit de neurowetenschappen te integreren en psychopathologie in verband te brengen met verstoorde onderliggende neuropsychologische mechanismen. Waar de nadruk tot op heden lag op executieve functies bij het bestuderen van de neuropsychologische grondslagen van de gedragsregulatieproblemen, werden in dit proefschrift de mogelijkheid tot bekrachtigingsleren en de mogelijkheid tot affectherkenning bij daders van seksueel kindermisbruik bestudeerd. Deze processen zijn cruciaal voor het inhiberen van ongewenst gedrag en werden omwille van deze reden uitgebreid bestudeerd in de algemene forensische literatuur.

Bekrachtigingsleren is het proces waardoor mensen verbanden leggen tussen hun gedrag en de gevolgen van hun gedrag en hun gedrag aanpassen in functie van deze gevolgen die als bekrachtigers fungeren. Gedrag dat geassocieerd wordt met gewaardeerde uitkomsten (beloningen) zal doorgaans herhaald worden, terwijl gedrag dat geassocieerd wordt met negatieve uitkomsten (straffen) onderdrukt zal worden. Naast het verwerven van contingenties (‘acquisition learning’), moeten individuen in staat zijn om hun gedrag aan te passen wanneer contingenties veranderen en eerder beloonde gedragingen niet langer gepast zijn (‘reversal learning’). Het herkennen van emoties op gezichten of affectherkenning speelt eveneens een belangrijke rol in het reguleren van het eigen gedrag omdat emotionele gezichtsuitdrukkingen als bekrachtiger werken (bv. een lach of een frons) op basis waarvan individuen hun gedrag aanpassen. Waar het vertonen van positieve gezichtsuitdrukkingen het gedrag dat aanleiding geeft tot deze emoties zal versterken, zorgen tekenen van angst en verdriet ervoor dat het gedrag dat deze emoties oproept, geremd wordt. 

Waar beide processen tot op heden slechts in zeer beperkte mate aandacht kregen in de literatuur over seksuele daders, toont het onderzoek in dit proefschrift duidelijk aan dat de neuropsychologische grondslagen van de gedragsregulatie moeilijkheden van daders van seksueel kindermisbruik niet beperkt zijn tot executieve dysfuncties, maar ook moeilijkheden in bekrachtigingsleren en affectherkenning omvatten. Deze resultaten laten toe een aantal nieuwe behandelmogelijkheden te schetsen die toegevoegd kunnen worden aan de traditionele daderinterventies om aldus tot een effectievere behandeling van daders van seksueel kindermisbruik te komen.