Psycholoog-in-opleiding Véronique Huget bespreekt het belang van aandacht voor slaapproblemen en slaapstoornissen in een forensische populatie aan de hand van een onderzoek in 2 Nederlandse forensisch psychiatrische ziekenhuizen (Kamphuis et al., 2013).

Aangezien slechte slaap nadelige effecten blijkt te hebben op het beloop van diverse psychiatrische stoornissen en het als risicofactor naar boven komt voor vijandigheid en agressie, wil dit onderzoek de link tussen slaapproblemen en de forensisch psychiatrische populatie beter in kaart brengen.

Uit onderzoek komt naar voren dat slaapproblemen veelvoorkomend zijn in de psychiatrische populatie, voornamelijk secundair aan de psychiatrische stoornis. Zo werd gevonden dat 80% van de mensen met een majeure depressieve stoornis slaapproblemen heeft, evenals 30-80% van de individuen met schizofrenie en minstens 55% van de individuen die te kampen hebben met middelenmisbruik. Slaaptekort kent ook enkele associaties zoals emotionele instabiliteit, prikkelbaarheid, vijandigheid en agressie. Gezien individuen uit de forensische populatie dikwijls al worstelen met deze aspecten, kan gesteld worden dat slaapproblemen extra nadelig zijn voor hen.

Het onderzoek zelf werd gedaan met 110 participanten uit het forensisch psychiatrisch centrum Groningen en het forensisch psychiatrisch ziekenhuis Assen. Ze vulden de Sleep Diagnosis List in waaruit bleek dat 29,1% 1 of 2 slaapstoornissen had, 18,2% chronische insomnie, 10% hypersomnie, 6,4% rusteloze/periodische beenbewegingen, 5,5% slaapgerelateerde ademhalingsstoornissen en 13,6% negatieve slaapconditionering. Uit de Pitssburgh Sleep Quality Index kwam naar voren dat 49,1% slechte slapers waren. Verder bleek dat As 1-stoornissen geen significante voorspeller is voor slechte slaapkwaliteit, terwijl antisociale trekken/persoonlijkheid op As 2 wel als voorspeller geïdentificeerd werd net zoals het gebruik van slaapbevorderende medicatie. Zelfgenoemde oorzaken voor slaapproblemen waren hoofdzakelijk stress/piekeren, traumatische kindertijd, opsluiting in de gevangenis, fysieke pijn en ADHD. Aangaande slechte slaaphygiëne deed 46,3% overdag dutjes, 72,2% keek tv het uur voor bedtijd, 37% liet tv, radio of licht aan tijdens het inslapen, 83,3% dronk regelmatig koffie en 81,5% rookte waarvan 75% rookte net voor het slapengaan. Qua behandeling van slaapklachten zorgde hypnotica in deze groep niet voor een vermindering van problemen en een groot deel van de participanten gebruikte medicatie die hun slaap verstoorden.

Algemeen blijkt dat ongeveer 30% van inidividuen in de forensische psychiatrische populatie een slaapstoornis had, met insomnie als de meest frequente stoornis (20%) en dat antisociale trekken/persoonlijkheid een belangrijke voorspeller is hiervoor.

afbeelding slaap

In de praktijk moet vooral worden meegenomen dat slaapeducatie van zeer groot belang is, dat er op moet opgelet worden dat patiënten een goede slaaphygiëne hanteren en dat een cognitief-gedragstherapeutische aanpak meer invloed heeft dan puur slaapmedicatie. Ook belangrijk om mee te nemen is dat er enkel gehospitaliseerde patiënten werden onderzocht. Het zou kunnen dat er in de ambulante setting nog meer sprake is van slaapproblemen gezien deze patiënten minder structuur hebben en meer aan middelengebruik kunnen doen.

Opmerkingen

  • Er werd in deze studie weinig vergeleken met cijfers uit de algemene populatie. Zo zou insomnie volgens de auteurs voorkomen bij 4% van de algemene populatie gebaseerd op DSM-4 diagnoses en in de studie bij 30% gebaseerd op SLD-scores. Doch fluctureren de cijfers van insomnie in de algemene populatie sterk naargelang de gehanteerde definitie.
  • Het zou kunnen dat bepaalde cijfers hoger liggen gezien slaapstoornissen dikwijls ongediagnosticeerd blijven en het enkel om zelfrapportage of reeds gediagnosticeerde stoornissen ging in het onderzoek. Er werden ook geen objectieve metingen gedaan. Dit toont nogmaals hoe belangrijk het is om alert te blijven op patiënten hun slaappatroon.
  • Het is opvallend dat uit het onderzoek naar voor komt dat stoornissen op As 1 niet als voorspeller werken voor slaapproblemen, gezien bijvoorbeeld middelenstoornissen, depressie, schizofrenie en andere psychotische stoornissen en angststoornissen in literatuur en praktijk vaak geassocieerd zijn met slechte slaap.
  • Er waren zes participanten die aangaven in het interview dat hun slaapproblemen gestart waren bij hun eerste opsluiting in de gevangenis. Het leek ons een interessante insteek om dit verder te onderzoeken, gezien patiënten in de praktijk dit ook dikwijls aangeven.

 

Kamphuis, J., Karsten, J., Weerd, A. D., & Lancel, M. (2013). Sleep disturbances in a clinical forensic psychiatric population. Sleep Medicine,14(11), 1164-1169. doi:10.1016/j.sleep.2013.03.008