In maart 2022 bracht psychiater in opleiding, Tim Gheysens (ASO), een journal club over ADHD als risicofactor voor huiselijk geweld en partnergeweld. Lees het verslag hier.

 

In de systematic review ADHD in Childhood and/or Adulthood as a Risk Factor for Domestic
Violence or Intimate Partner Violence: A Systematic Review van Nannet Buitelaar et al.,
geplubliceerd in Journal of Attention Disorders in 2015 hadden we voor onze laatste Journal
Club op 21 maart 2022 een primeur wat hun onderzoeksvraag betreft: is ADHD (als kind of
volwassene) een risicofactor voor huiselijk geweld en/of geweld tussen intieme partners? Het
artikel benadrukt in de inleiding zeer terecht het belang van degelijk onderzoek hiernaar
gezien de hoge incidentie en de belangrijke kost en impact op individuen van dit soort geweld
en het bestaan van goede behandeling voor AD(H)D. In hun inleiding geven ze, onzes inziens
voldoende, aan evidentie te vinden om minstens deze onderzoeksvraag te stellen. Wat volgt
is een helder en degelijk genuanceerd overzichtsartikel dat een aanzet kan geven tot meer
publiciaties binnen deze onderzoekslijn. Het is mijn betrachting enkele kritische opmerkingen
te geven op dit artikel zonder afbreuk te willen doen aan de waarde van dit mooie
overzichtsartikel dat overigens kadert binnen het doctoraat van de eerste auteur, dat
eveneens zeer de moeite waard is.


Wat de methodologie van de studie betreft, valt op te merken dat er geen online registratie
plaatsvond van de methodologie (o.a. zoek- en inclusiecritieria) voor de start van de
systematic review. Dit had kunnen bijdragen aan de waarde van de studie aangezien ze een
vermindering van eventuele selection bias impliceert. Een andere opmerking op de
methodologie van de studie is de opvallende keuze voor een evaluatie-instrument waarvan
voor de uiteindelijke geselecteerde studies heel wat vragen verwijderd moesten worden
omdat ze handelden over gerandomiseerd onderzoek dat niet beschikbaar was uit de search.
Een alternatief had een evaluatie-instrument specifiek voor niet-gerandomiseerde studies
kunnen zijn. Een sterk punt aan de methodologie is dat de data-extractie afzonderlijk door de
1e en 2e auteur gebeurde. Men includeerde uiteindelijk vier case-control studies en drie
cohortstudies voor het beantwoorden van de onderzoeksvraag. Opvallend in de resultaten
bleek voor ons tijdens onze Journal Club dan weer het relatief gebrek aan evidentie voor de
samenhang tussen het onderzochte soort geweld en ADHD van zodra men corrigeerde voor
comorbiditeiten. Een duidelijke associatie tussen huiselijk geweld en geweld tussen intieme
partners en ADHD concluderen leek ons daarom net voorbarig. Kort vermeld aangezien dit
geenszins het doel heeft het onderzoek in zijn grondigheid te herhalen, begrepen wij dat in
het door de auteurs vermelde artikel uit 2002 van Wymbs et al. na correctie voor (kenmerken
van) antisociale persoonlijkheidsstoornis (verder ASPD) er geen correlatie meer is tussen
verbale agressie en ADHD. Tevens wordt er in het vermelde artikel uit 2004 van Wymbs et al.
een correlatie tussen agressie en ADHD aangetoond indien er tevens comorbide
problematisch alcoholgebruik aanwezig is. De vermelde cohortstudie van Gonzalez et al. uit
2013 maakt ook gewag van een associatie tussen ADHD en het onderzochte type geweld tenzij
gecorrigeerd werd voor ASPD. Hoewel: hyperactiviteit en impulsiviteit als domeinen bleven
geassocieerd aan het geweld, ook indien gecorrigeerd voor ASPD.


Deze, toegegeven eerder lukrake, aanhalingen bleken echter weinig gewicht te krijgen in de
beschouwing door de auteurs. Ik wil opperen dat de auteurs, hoewel ze de terecht kritische
bejegening voor de methodologie niet helemaal schuwden, een toch eerder affirmatiefgezinde
lezing deden wat de onderzoeksvraag betreft van de voorlopig beschikbare
publicaties. Tijdens onze Journal Club rees de vraag of er niet evengoed geconcludeerd kon
worden dat er voorlopig nog net géén voldoende evidentie is voor het verondersteld hogere
risico op de twee onderzochte types agressie bij énkel ADHD (zonder comorbiditeiten). Het
zou goed kunnen zijn. Uiteraard komt ADHD dan weer erg vaak voor mét comorbiditeiten en
is dit een kunstmatig uitgangspunt. We apprecieerden zo uiteraard ook de inspanning van de
onderzoekers om hun onderzoeksvraag te beantwoorden daar waar ADHD, de agressieve
gedragsstoornis bij kinderen en de antisociale persoonlijkheidsstoornis bij volwassenen
complexe constructen zijn met een belangrijke overlap in de kliniek. Het binnen toekomstig
origineel onderzoek degelijk onderscheiden van deze klinische entiteiten zal echter
robuustere evidentie kunnen leveren dan heden beschikbaar.


Tim Gheysens
arts-specialist-in-opleiding in de volwassenenpsychiatrie
ten tijde van de vermelde Journal Club werkzaam in het UFC